Jef Van Staeyen

Auteur: Jef Van Staeyen (Pagina 11 van 131)

architecturale afasie

Antwerpen heeft een probleem met ingangen. Het stadhuis heeft geen ingang, in het KMSKA mag men binnen langs de kelder, in het vergrote Steen stoot men op drie ongewenste trapjes, in het Rubenshuis bouwt men een ingang langs de tuin achteraan, en in de Bourla is de plechtige inkom tot café omgetimmerd — niet meteen wat in die buurt nog ontbrak. Gelukkig maakt het Centraal station veel goed: niemand heeft er ooit naar de ingang gevraagd.
Sinds enkele weken heeft Antwerpen een prachtig nieuw ziekenhuis. In mei 2016 startte de bouw van het Cadix-ziekenhuis aan het Kempisch dok, 65.000 m2 groot. Op 18 september 2023 werd het in gebruik genomen. Niets in de architectuur zegt waar de ingang is. Het gebouw is, heel letterlijk, stom. Het lijdt aan afasie.
Architecturale afasie.

Een strandvlag zegt waar de inkom is.

N.B.: Het Cadix-ziekenhuis heeft meerdere ingangen — en een mooie binnenstraat, daar is niets mis mee — maar die zijn van hetzelfde allooi.

armoede, de voetganger en het boodschappenkarretje

Wie vooroordelen wil kennen, moet naar de foto’s in de kranten kijken.

Bij de digitale media geldt een ijzeren wet dat bij een artikel altijd een foto hoort, zelfs als er geen foto is. Daarom hebben kranten een zeer uitgebreide beeldredactie (een kleine twintig mensen bij De Standaard, meer dan voor welke functie ook), en doen ze beroep op een breed veld van aanbieders van visual content.  Wie de krant leest moet beseffen dat zowel die foto’s als de titels niet door de auteurs van de artikels, maar door andere redacties (beeld- en digitale en eindredactie) worden bepaald, in functie van het product krant en van haar attractiviteit. Vooral de thematische foto’s bij analyses en opiniestukken zijn veelzeggend: welk beeld hoort bij leerachterstand, vereenzaming, burn-out, seksueel misbruik, verwaarlozing van ouderen… dat soort dingen.

In De Standaard van 27 september stond een analyse over armoede in Vlaanderen, een artikel dat naargelang de editie meerdere titels heeft gehad. Daarbij plaatste de beeldredactie een foto. Armoede.

Wat zien we?

  • de vrouw is zwaarlijvig,
  • ze gaat door een straat die door de gemeente wat vergeten is: de stoep heeft in decennia geen stratenmaker gezien,
  • ze gaat gezwind met haar boodschappenkarretje.

Begrijp: wie niet arm is, is allicht wat slanker, komt in beter onderhouden straten, en vooral: doet zijn/haar inkopen met de auto (en, occasioneel: met een klein netzakje), of — de hippere versie — met de bakfiets. Het boodschappenkarretje is een armoede-beeld.

niet zeuren, voetgangers, en wees blij met wat overblijft

 

Dit moet een voetpad zijn, zoals het Agentschap Wegen en Verkeer dat vindt.

 

Gazet van Antwerpen schreef het vandaag: Trottoir aan Grotesteenweg is wel zeer smal: “We konden dit niet anders oplossen”.

Enkele maanden geleden, op 31 maart, schreef ik een brief aan de Minister en aan het College van burgemeester en schepenen omtrent de geplande heraanleg van de Grotesteenweg in Berchem ter hoogte van de kruispunten met de Uitbreidingstraat, de Singel, de Ring, de Elisabethlaan en de Koninklijkelaan.
Eind mei antwoordde de Minister met een teleurstellende brief.

Vandaag, in antwoord op de vragen van Gazet van Antwerpen, antwoordt de woordvoerder van het Agentschap Wegen en Verkeer:

  • “Het klopt dat het trottoir op die locatie erg smal is en de plaatsing van de verlichtingspaal helpt daar ook niet bij.”
    Een eufemisme.
  • “Er was onvoldoende ruimte om dat anders op te lossen.”
    Onzin, want de plaats die je aan auto’s en fietsen toekent is een politieke en technische beslissing, geen fataliteit. [Overigens ligt er naast de weg een stuk openbaar groen, van de Stad allicht.] De Grote Steenweg is overigens 50 meter breed.
  • “Omdat op deze plek (…) het aantal voetgangers eerder beperkt is.”
    Cynisch, want voetgangers wordt op dergelijke plekken het leven onmogelijk gemaakt. Er zijn weinig voetgangers omdat er geen goede voetpaden zijn.

Terloops: De Vlaamse regelgeving bepaalt dat binnen de bebouwde kom, voor straten met een breedte van meer dan 9 meter, het voetpad mintens 1,50 meter breed moet zijn (wat weinig is, vooral als er een fietspad naast loopt).

Klik op deze afbeelding voor een hoogwaardiger png-bestand (12,7 MB), geraadpleegd maart 2023.

 

 

Eenmaal voorbij de paal verdwijnt het voetpad helemaal.

 

Een kijkje in de andere richting.

 

Lees meer over de vergeten voetganger.

van Moskenes tot Senja, juni 2023

(aangepaste versie, 17 en 19 augustus 2023)

 

Nergens beter dan op de Reinefjorden zie je wat de Lofoten tot Lofoten maakt. Elke berg heeft een eigen identiteit, een eigen gezicht.
Zwijgzaam zitten ze om je heen — een berg ligt noch staat, hij zit —, als oude mannen en vrouwen om een immense tafel, wat de zee van de Lofoten ook is.
Maar… als je goed kijkt of luistert, hoor je een taal waarvan je soms flarden verstaat. Een trage taal die een veel langere tijd overspant dan de tijd die je er bent, dan de tijd die je kent. Klein ben je, en kortstondig, de bergen maakt het niets uit. Onverstoorbaar praten zij langzaam voort. Wat voor ons een jaar of een eeuwigheid is, is een dag of een uur voor hen.

Daarom kan ik eindeloos naar die bergen kijken, op de Lofoten — en de Vesterålen, en Senja Senja is een eiland van 1600 km2 ten noorden van de Lofoten en de Vesterålen. Het telt ongeveer 8000 inwoners. Landschappelijk is het sterk verwant aan de Lofoten, maar het wordt minder druk bezocht. —, en luisteren. Ook deze lente (juni 2023) heb ik het gedaan. Ben ik op de Lofoten een derde, op de Vesterålen een tweede en op Senja een eerste keer geweest. [1981 – 2005 – 2023, elke keer in ander, goed gezelschap.] Meer dan in 2005 heb ik foto’s meegebracht, en minder dan toen een tekst. Heb ik niet alles al gezegd?
Nadat ik naar de bergen geluisterd heb, ga ik zwijgen. Al zeggen mijn foto’s maar een tipje van wat ik ginds heb gehoord.

 


 

om de foto’s ten volle tot hun recht te laten komen:

  • gebruik bij voorkeur de schermvullende presentatie,
  • gebruik zo mogelijk de volle lichtsterkte van uw computerscherm.

 

  De Lofoten — en de Vesterålen, en Senja — in een honderdtal foto’s. De stokvis, de stranden, de bergen, de rorbuer, de wolken en de zon. Er zit geen geografische noch chronologische volgorde in.

Eén kortere reeks foto’s heb ik afzonderlijk gehouden.

  Op en langs de weg bevat een dertigtal plaatjes over de realisaties van het Noorse Statens Vegvesen en van de provincie Nordland.

Het skulpturlandskap is een initiatief van de provincie Nordland en van haar gemeenten, waarbij een kleine veertig sculpturen in het landschap zijn geplaatst, op de Lofoten, op de Vesterålen, en elders. Vier ervan (Hode, Uten tittel, Epitath en Mannen fra havet) komen hier aan bod.

Het Statens Vegvesen van zijn kant heeft een programma van hoogwaardige — maar vaak te kleine — halteplaatsen opgezet, waarvan de meeste langs toeristische wegen liggen. Een zevental boeiende plekken én een halve tunnel passeren de revue.

 

   
Mannen fra havet  (Kjell Erik Killi Olsen, 1994), Skulpturlandskap Nordland
&   Bergsbotn, Senja  (Code Arkitektur, 2010), Statens Vegvesen

 

 

plaatsnamen: Andenes, Andøya, Austvågøya, Bergsbotn, Bø, Botnhamn, Bufjellet, Bukkekjerka, Bunesfjorden, Bunesstranda, Eggum, Einangen, Ersfjordstranda, Evenes, Festhæltinden, Fiskebøl, Flakstad, Flakstadøya, Flakstadpollen, Forsfjorden, Fredvang, Gryllefjord, Hadsel, Hadselfjorden, Hadseløya, Handkleppan, Haukland, Hauklandstranda, Kjerkfjorden, Kleivodden, Klumpan, Krokelvvatnet, Kvalvika, Langøya, Leknes, Marka, Mefjorden, Mefjordvær, Melbu, Moskenes, Moskenesøya, Olstinden, Ramberg, Rambergstranda, Rævskjeran, Reine, Reinefjorden, Sakrisøy, Sandbotnen, Sandøya, Senja, Sortland, Sørvågen, Stokmarknes, Straumfjorden, Straumsjøen, Svolvær, Tåa, Toppøy, Tungeneset, Uttakleiv, Veggen, Vestfjorden, Vestvågøy, Vikten, Vindstad, Vinjesjøen, Ytresand.

 

Het is bijna zeker dat er fouten zijn geslopen in de plaatsnamen die ik bij de foto’s vermeld. Daar zijn, behalve banale schrijf- of tikfouten, meerdere redenen voor:

  • Noorwegen heeft twee talen, of zelfs meer. Er is het Bokmål-Noors en er is het Nynorsk. Om het land te benoemen zegt het een Norge, het ander Noreg. Er zijn ook mengvormen, en er is het Samisch van de Samen of Sami.
  • De bestuurlijke organisatie en naamvorming is best complex, zeker op de Lofoten en de Vesterålen. De gemeenten (kommune) zoals Moskenes, Flakstad, Hadsel, Vågan… zijn veelal naar een klein dorp genoemd, waar ook een oude kerk staat. Het bestuurlijk en maatschappelijk centrum ligt dan elders, in Reine, Ramberg, Stokmarknes, Svolvær… Sommige eilanden zijn ook naar die dorpen genoemd (Moskenesøya, Flakstadøya, Hadseløya, Austvågøya en Vestvågøya, …) zonder dat de gemeentegrenzen overeenstemmen met de eilanden : de gemeente Flakstad ligt deels op het eiland  Moskenesøya, en de gemeente Hadsel omvat twee eilanden (Hadseløya en Børøya) en delen van drie andere eilanden. Ook fjorden, straumen etc. zijn naar die dorpen vernoemd.
  • Misschien is het omwille van de tweetaligheid, maar sommige plekken hebben twee of meer namen: Vestvågøya en Vestvågøy, Kirkfjorden, Kirkefjorden en Kjerkfjorden…
  • Sommige namen komen meermaals voor: Å, Bø… om de eenvoudigste te noemen.
  • Ook de nummers van de wegen zijn (soms meermaals) gewijzigd.

Voor Nederlandstaligen zijn enkele namen wel herkenbaar: øya voor een eiland (oog), tinden voor een bergtop (tand), neset (neus) voor een kaap of een landtong, met Tungeneset (tong en neus?) als mooie combinatie, waar men uitkijkt op de zeer indrukwekkende Okshornan (de horens van de stier).

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑