Jef Van Staeyen

Categorie: 2021 (Pagina 11 van 12)

geen Belgische achtergrond

Op 13 januari 2021 titelde De Standaard  “In België heeft een op drie inwoners buitenlandse roots”. Le Soir bracht een gelijkaardig bericht: “La diversification des origines de la population se poursuit en Belgique”.

Daarin onderscheidden de kranten drie soorten inwoners van het land: (1) Belgen met Belgische achtergrond (67,9%), (2) Belgen met buitenlandse achtergrond (19,7%), en (3) Niet-Belgen (12,4%). Ze stelden vast dat het aandeel inwoners met een buitenlandse achtergrond toeneemt. Momenteel gaat het om 32,1% (bijna één op drie), wat tien jaar geleden nog 25,7% was (één op vier).

een brief aan De Standaard

beste,

Sta me toe enigszins verwonderd te zijn na lezing van uw artikel “In België heeft een op drie inwoners buitenlandse roots” (DS 13 januari 2021).

Vooreerst wil ik u melden dat het onderscheid tussen “Belgen met Belgische achtergrond”; “Belgen met buitenlandse achtergrond” en “Niet-Belgen”  voorbij gaat aan “Niet-Belgen met Belgische achtergrond”.
Ik ben er zo een, woon wettelijk in dit land, ben er zelfs geboren en getogen, maar heb dertien jaar geleden, toen ik (sinds lang) in Frankrijk woonde, de Franse nationaliteit verworven, en daardoor automatisch de Belgische verloren.
Ik denk niet dat we talrijk zijn, in die situatie, maar er zijn nog heel veel andere manieren waarop een Niet-Belg een Belgische achtergrond kan hebben.

Belangrijker wel is de zéér ruime definitie die gegeven wordt aan de “Buitenlandse achtergrond” van een klein kwart van de Belgen (22,5% — zie N.B.). Ik lees: “de eerste nationaliteit waarmee iemand of een van zijn ouders ooit in het rijksregister stond. Stond een van uw ouders ooit als niet-Belg geregistreerd, dan hebt u officieel een buitenlandse achtergrond”.
Men kan dus in België uit Belgische ouders geboren zijn, in België getogen zijn, maar als één van de ouders (lang voordien?) ooit als niet-Belg stond ingeschreven, heeft men een buitenlandse achtergrond.

Rijst vooreerst de vraag: wat is “officieel”?
En, als het “officieel” is, welke impact wordt dat geacht te hebben op administratief vlak?
Andersom: als het geacht wordt geen impact te hebben op administratief vlak, waarom is het dan “officieel”?

Zeer kwalijk wordt het echter wanneer uw krant schrijft dat: “3,7 miljoen inwoners van ons land blijken geen Belgische achtergrond te hebben”.
In die 3,7 miljoen mensen zonder Belgische achtergrond zitten behalve de niet-Belgen dus ook álle “Belgen met buitenlandse achtergrond”. Wie een buitenlandse achtergrond heeft wordt dus geacht géén Belgische achtergrond te hebben. Ieder heeft slechts één achtergrond, geen twee of meer…

Men kan dus in België geboren en getogen zijn, en toch… geen Belgische achtergrond hebben.
Men kan geboren zijn uit twee ouders met Belgische nationaliteit, en toch… geen Belgische achtergrond hebben.
Men kan (bijvoorbeeld) een moeder hebben die Vandenbossche heet, of Dubois, en die in Houffalize of Wetteren geboren en getogen is, en een vader die járen voor zijn vaderschap de Belgische nationaliteit bekomen heeft, en daarbij zelf in Aalst of Binche geboren en getogen zijn, in Gent of Mons hebben gestudeerd, en toch… géén Belgische achtergrond hebben.

En, moet ik begrijpen dat dit koninkrijk al bijna twee eeuwen een staatshoofd zonder Belgische achtergrond heeft?
De eerste van de reeks is in juli 1831 als een bootvluchteling in De Panne aangespoeld, en de nakomelingen ontberen, omwille van al hun niet-Belgische moeders, een Belgische achtergrond. Als het haar wat meezit wordt Elisabeth ergens in de 3de Belgische eeuw niet alleen de eerste vrouwelijke vorst van het land, maar ook de eerste vorst met een Belgische achtergrond. Zelfs al behoren haar beide ouders, haar vader Filip en haar moeder Mathilde, tot de Belgen zonder Belgische achtergrond…

Geef toe dat die Belgische achtergrond, en vooral het ontbreken ervan, klinkklare nonsens is.

Maar, erger toch: wat voor zin heeft het — en is het uit ethisch oogpunt verdedigbaar — de mensen “een achtergrond”, of het ontbreken ervan, op te dringen, zonder hun eigen mening daarover te vragen? Mij lijkt van niet. Wil men toch meer weten? Ondervraag dan de mensen naar wat hun achtergronden zijn, in het meervoud — en naar hun vóórgronden, hun perspectieven — en maak daar statistieken van. Het belangrijkste van de diversiteit is allicht niet dat de groepen, maar dat de individuen zelf, in hun individualiteit, diverser worden.

Tenslotte: krijgen we straks ook demografische statistieken met vrouwen, mannen, en bovendien vrouwen-die-als-man-geboren en mannen-die-als-vrouw-geboren-zijn? Mij lijkt dat compleet in de continuïteit van het gevoerde onderzoek, en van uw berichtgeving erover.

Met vriendelijke groet,

 

  ook deze man heeft geen Belgische achtergrond

 

N.B.:

  • Het “klein kwart van de Belgen (22,5%)” verwijst naar de verhouding van de 19,7% tot de (67,9% + 19,7%).
  • Tot op heden, 3 februari 2021, heb ik op de brief van 18 januari geen antwoord ontvangen.

het STOP-principe

 

 

Al heeft het STOP-principe een wat ongelukkige naam, het beoogt de prioriteiten in het mobiliteitsbeleid en in het ontwerp van straten en pleinen juister te stellen, met meer aandacht voor mensen en duurzaamheid.
Het werd door de Nederlands verkeerskundige prof. dr. Jan Korsmit in Vlaanderen geïntroduceerd, en nadien door een aantal CVP-politici overgenomen, waarna het in 2009 middels het Mobiliteitsdecreet werd opgelegd.

De overheden, diensten, agentschappen en rechtspersonen, vermeld in het eerste lid, houden bij het voorbereiden, het vaststellen, het uitvoeren, het volgen en het evalueren van het mobiliteitsbeleid ook rekening met de volgende beginselen :
1° het STOP-beginsel, op grond waarvan de volgende rangorde wordt gerespecteerd voor de wenselijke mobiliteitsvormen :
a) de voetgangers;
b) de fietsers;
c) het collectieve vervoer;
d) het individueel gemotoriseerde vervoer;
2° het participatiebeginsel, op grond waarvan aan de burgers vroeg, tijdig en doeltreffend inspraak wordt verleend bij het voorbereiden, het vaststellen, het uitvoeren, het volgen en het evalueren van het mobiliteitsbeleid.

In het huidige decreet Basisbereikbaarheid werd het STOP-principe afgezwakt:

Ter uitvoering van het mobiliteitsbeleid beogen het Vlaamse Gewest, de eronder ressorterende diensten en agentschappen, de provincies, de gemeenten en de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die in het Vlaamse Gewest belast zijn met taken van openbaar nut, de volgende doelstellingen:
vraaggericht investeren in bereikbaarheid; [het beleid is dus niet sturend]
2° vervoersnetwerken klaarmaken voor de toekomst;
3° een multimodaal vervoerssysteem uitbouwen waarbij zoveel als mogelijk uitgegaan wordt van het STOP-principe;
4° het realiseren van een slachtoffervrij vervoerssysteem;
5° verleiden, motiveren, prikkelen tot gedragsverandering; [ontrading behoort dus niet tot de beleidshefbomen]
6° Vlaanderen een gangmaker maken in innovatie;
7° basisbereikbaarheid regionaal en integraal aanpakken;
8° zorgen voor een vlotte doorstroming van elke vervoersmodus.
(…)
Het Vlaamse verkeersveiligheidsbeleid investeert in de veiligheid en de kwaliteit van de wegen en hun aanhorigheden, met het STOP-principe als uitgangspunt.

Hoe ook, het STOP-principe wordt zelden toegepast.
Veel vaker worden beslissingen genomen en uitgevoerd volgens wat men het POTAS-principe zou kunnen noemen:

  • particulier vervoer
  • openbaar vervoer
  • trappers (fietsers)
  • allerlei ambetante dingen die men ergens kwijt wil, en waarvan de meeste niéts met voetgangers te maken hebben (verkeersborden, parkeermeters, verlichtingsmasten, elektrische laadposten, elektrische en telefonie-kasten, fietsenstallingen, etc.)
  • stappers (voetgangers).

bezoek West-Vlaanderen in Antwerpen, nu het nog kan

Laatst vertelde ik, dat je niet naar Lissabon, Praag, Turijn of San Francisco moet, om met historische trams door historische buurten te rijden. Ook in Antwerpen kan dat, met tram 12.
Gisteren, zondag, merkte ik hoe ook West-Vlaanderen in Antwerpen ligt : zijn polders, zijn kanalen, zijn zee.
Klik hier, of klik op de foto: een vreemde plek om te ontdekken — nu het nog kan.

Vanaf 2023 wordt deze mooie buurt door Lantis aangepakt om het Oosterweelproject te realiseren. Wie nog van de huidige schoonheid wil genieten, mag niet te lang wachten.

compensaties

Het is altijd makkelijker twee problemen op te lossen dan één, dus als je vijf problemen van de baan kan helpen, geef ik graag dit advies.
(met dank aan het departement Omgeving, en ook een beetje aan Dikke Freddy)

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑