Jef Van Staeyen

Categorie: 2023 (Pagina 3 van 6)

armoede, de voetganger en het boodschappenkarretje

Wie vooroordelen wil kennen, moet naar de foto’s in de kranten kijken.

Bij de digitale media geldt een ijzeren wet dat bij een artikel altijd een foto hoort, zelfs als er geen foto is. Daarom hebben kranten een zeer uitgebreide beeldredactie (een kleine twintig mensen bij De Standaard, meer dan voor welke functie ook), en doen ze beroep op een breed veld van aanbieders van visual content.  Wie de krant leest moet beseffen dat zowel die foto’s als de titels niet door de auteurs van de artikels, maar door andere redacties (beeld- en digitale en eindredactie) worden bepaald, in functie van het product krant en van haar attractiviteit. Vooral de thematische foto’s bij analyses en opiniestukken zijn veelzeggend: welk beeld hoort bij leerachterstand, vereenzaming, burn-out, seksueel misbruik, verwaarlozing van ouderen… dat soort dingen.

In De Standaard van 27 september stond een analyse over armoede in Vlaanderen, een artikel dat naargelang de editie meerdere titels heeft gehad. Daarbij plaatste de beeldredactie een foto. Armoede.

Wat zien we?

  • de vrouw is zwaarlijvig,
  • ze gaat door een straat die door de gemeente wat vergeten is: de stoep heeft in decennia geen stratenmaker gezien,
  • ze gaat gezwind met haar boodschappenkarretje.

Begrijp: wie niet arm is, is allicht wat slanker, komt in beter onderhouden straten, en vooral: doet zijn/haar inkopen met de auto (en, occasioneel: met een klein netzakje), of — de hippere versie — met de bakfiets. Het boodschappenkarretje is een armoede-beeld.

niet zeuren, voetgangers, en wees blij met wat overblijft

 

Dit moet een voetpad zijn, zoals het Agentschap Wegen en Verkeer dat vindt.

 

Gazet van Antwerpen schreef het vandaag: Trottoir aan Grotesteenweg is wel zeer smal: “We konden dit niet anders oplossen”.

Enkele maanden geleden, op 31 maart, schreef ik een brief aan de Minister en aan het College van burgemeester en schepenen omtrent de geplande heraanleg van de Grotesteenweg in Berchem ter hoogte van de kruispunten met de Uitbreidingstraat, de Singel, de Ring, de Elisabethlaan en de Koninklijkelaan.
Eind mei antwoordde de Minister met een teleurstellende brief.

Vandaag, in antwoord op de vragen van Gazet van Antwerpen, antwoordt de woordvoerder van het Agentschap Wegen en Verkeer:

  • “Het klopt dat het trottoir op die locatie erg smal is en de plaatsing van de verlichtingspaal helpt daar ook niet bij.”
    Een eufemisme.
  • “Er was onvoldoende ruimte om dat anders op te lossen.”
    Onzin, want de plaats die je aan auto’s en fietsen toekent is een politieke en technische beslissing, geen fataliteit. [Overigens ligt er naast de weg een stuk openbaar groen, van de Stad allicht.] De Grote Steenweg is overigens 50 meter breed.
  • “Omdat op deze plek (…) het aantal voetgangers eerder beperkt is.”
    Cynisch, want voetgangers wordt op dergelijke plekken het leven onmogelijk gemaakt. Er zijn weinig voetgangers omdat er geen goede voetpaden zijn.

Terloops: De Vlaamse regelgeving bepaalt dat binnen de bebouwde kom, voor straten met een breedte van meer dan 9 meter, het voetpad mintens 1,50 meter breed moet zijn (wat weinig is, vooral als er een fietspad naast loopt).

Klik op deze afbeelding voor een hoogwaardiger png-bestand (12,7 MB), geraadpleegd maart 2023.

 

 

Eenmaal voorbij de paal verdwijnt het voetpad helemaal.

 

Een kijkje in de andere richting.

 

Lees meer over de vergeten voetganger.

van Moskenes tot Senja, juni 2023

(aangepaste versie, 17 en 19 augustus 2023)

 

Nergens beter dan op de Reinefjorden zie je wat de Lofoten tot Lofoten maakt. Elke berg heeft een eigen identiteit, een eigen gezicht.
Zwijgzaam zitten ze om je heen — een berg ligt noch staat, hij zit —, als oude mannen en vrouwen om een immense tafel, wat de zee van de Lofoten ook is.
Maar… als je goed kijkt of luistert, hoor je een taal waarvan je soms flarden verstaat. Een trage taal die een veel langere tijd overspant dan de tijd die je er bent, dan de tijd die je kent. Klein ben je, en kortstondig, de bergen maakt het niets uit. Onverstoorbaar praten zij langzaam voort. Wat voor ons een jaar of een eeuwigheid is, is een dag of een uur voor hen.

Daarom kan ik eindeloos naar die bergen kijken, op de Lofoten — en de Vesterålen, en Senja Senja is een eiland van 1600 km2 ten noorden van de Lofoten en de Vesterålen. Het telt ongeveer 8000 inwoners. Landschappelijk is het sterk verwant aan de Lofoten, maar het wordt minder druk bezocht. —, en luisteren. Ook deze lente (juni 2023) heb ik het gedaan. Ben ik op de Lofoten een derde, op de Vesterålen een tweede en op Senja een eerste keer geweest. [1981 – 2005 – 2023, elke keer in ander, goed gezelschap.] Meer dan in 2005 heb ik foto’s meegebracht, en minder dan toen een tekst. Heb ik niet alles al gezegd?
Nadat ik naar de bergen geluisterd heb, ga ik zwijgen. Al zeggen mijn foto’s maar een tipje van wat ik ginds heb gehoord.

 


 

om de foto’s ten volle tot hun recht te laten komen:

  • gebruik bij voorkeur de schermvullende presentatie,
  • gebruik zo mogelijk de volle lichtsterkte van uw computerscherm.

 

  De Lofoten — en de Vesterålen, en Senja — in een honderdtal foto’s. De stokvis, de stranden, de bergen, de rorbuer, de wolken en de zon. Er zit geen geografische noch chronologische volgorde in.

Eén kortere reeks foto’s heb ik afzonderlijk gehouden.

  Op en langs de weg bevat een dertigtal plaatjes over de realisaties van het Noorse Statens Vegvesen en van de provincie Nordland.

Het skulpturlandskap is een initiatief van de provincie Nordland en van haar gemeenten, waarbij een kleine veertig sculpturen in het landschap zijn geplaatst, op de Lofoten, op de Vesterålen, en elders. Vier ervan (Hode, Uten tittel, Epitath en Mannen fra havet) komen hier aan bod.

Het Statens Vegvesen van zijn kant heeft een programma van hoogwaardige — maar vaak te kleine — halteplaatsen opgezet, waarvan de meeste langs toeristische wegen liggen. Een zevental boeiende plekken én een halve tunnel passeren de revue.

 

   
Mannen fra havet  (Kjell Erik Killi Olsen, 1994), Skulpturlandskap Nordland
&   Bergsbotn, Senja  (Code Arkitektur, 2010), Statens Vegvesen

 

 

plaatsnamen: Andenes, Andøya, Austvågøya, Bergsbotn, Bø, Botnhamn, Bufjellet, Bukkekjerka, Bunesfjorden, Bunesstranda, Eggum, Einangen, Ersfjordstranda, Evenes, Festhæltinden, Fiskebøl, Flakstad, Flakstadøya, Flakstadpollen, Forsfjorden, Fredvang, Gryllefjord, Hadsel, Hadselfjorden, Hadseløya, Handkleppan, Haukland, Hauklandstranda, Kjerkfjorden, Kleivodden, Klumpan, Krokelvvatnet, Kvalvika, Langøya, Leknes, Marka, Mefjorden, Mefjordvær, Melbu, Moskenes, Moskenesøya, Olstinden, Ramberg, Rambergstranda, Rævskjeran, Reine, Reinefjorden, Sakrisøy, Sandbotnen, Sandøya, Senja, Sortland, Sørvågen, Stokmarknes, Straumfjorden, Straumsjøen, Svolvær, Tåa, Toppøy, Tungeneset, Uttakleiv, Veggen, Vestfjorden, Vestvågøy, Vikten, Vindstad, Vinjesjøen, Ytresand.

 

Het is bijna zeker dat er fouten zijn geslopen in de plaatsnamen die ik bij de foto’s vermeld. Daar zijn, behalve banale schrijf- of tikfouten, meerdere redenen voor:

  • Noorwegen heeft twee talen, of zelfs meer. Er is het Bokmål-Noors en er is het Nynorsk. Om het land te benoemen zegt het een Norge, het ander Noreg. Er zijn ook mengvormen, en er is het Samisch van de Samen of Sami.
  • De bestuurlijke organisatie en naamvorming is best complex, zeker op de Lofoten en de Vesterålen. De gemeenten (kommune) zoals Moskenes, Flakstad, Hadsel, Vågan… zijn veelal naar een klein dorp genoemd, waar ook een oude kerk staat. Het bestuurlijk en maatschappelijk centrum ligt dan elders, in Reine, Ramberg, Stokmarknes, Svolvær… Sommige eilanden zijn ook naar die dorpen genoemd (Moskenesøya, Flakstadøya, Hadseløya, Austvågøya en Vestvågøya, …) zonder dat de gemeentegrenzen overeenstemmen met de eilanden : de gemeente Flakstad ligt deels op het eiland  Moskenesøya, en de gemeente Hadsel omvat twee eilanden (Hadseløya en Børøya) en delen van drie andere eilanden. Ook fjorden, straumen etc. zijn naar die dorpen vernoemd.
  • Misschien is het omwille van de tweetaligheid, maar sommige plekken hebben twee of meer namen: Vestvågøya en Vestvågøy, Kirkfjorden, Kirkefjorden en Kjerkfjorden…
  • Sommige namen komen meermaals voor: Å, Bø… om de eenvoudigste te noemen.
  • Ook de nummers van de wegen zijn (soms meermaals) gewijzigd.

Voor Nederlandstaligen zijn enkele namen wel herkenbaar: øya voor een eiland (oog), tinden voor een bergtop (tand), neset (neus) voor een kaap of een landtong, met Tungeneset (tong en neus?) als mooie combinatie, waar men uitkijkt op de zeer indrukwekkende Okshornan (de horens van de stier).

links ≠ woke, Susan Neiman

Zelden heb ik een boek sneller gekocht dan Links≠ woke van Susan Neiman (Lemniscaat, 2023; 9,99€). Tijdens de architectuurreis van Archipel bezochten we boekhandel Van der Velde (voorheen Waanders) in De Broeren — een heringerichte kloosterkerk in het centrum van Zwolle. Naast de kassa lag een klein stapeltje. Ik las de achterflap, die sprak me aan, en woog het boek. 156 pagina’s. Het is prachtig uitgegeven, met een rustige bladspiegel en een harde kaft. De uitgever, zo lijkt me, mikt op een ouder publiek, op lezers die op de een of andere manier met links verbonden zijn (geweest), en die zich ongemakkelijk voelen bij woke, waarvan ze de motivatie erkennen maar de excessen afkeuren. Lezers die vinden dat een boeiend boek ook mooi kan zijn, aangenaam ruiken en goed in de hand liggen.

              

Left is Not Woke is de oorspronkelijke Amerikaanse titel (ook 2023), een tikkeltje minder hard dan de Nederlandse, maar Neimans tekst is nog minder hard. Althans in zijn stijl en argumentatie, want haar besluiten zijn heel precies.
Zelden — of nooit — heb ik een essay (een non-fictie-boek) gelezen dat aangenamer leest dan Links≠ woke. De filosofe praat als het ware met haar lezers, houdt van nuances en slaat niet aan het schelden — wat in de hele woke-discussie een zeldzaamheid is. Ze herhaalt en verklaart de motivatie van de woke-beweging, maar wijst erop hoe en waar ze is ontspoord. Een ontsporing die zich niet tot de excessenWie zich in Neimans boek aan een opsomming verwacht van al wat in naam van woke gecanceld, gecensureerd, herschreven, vernield, verbrand of verhinderd werd, kan beter elders zoeken.beperkt, maar de ideeën zelf betreft.

De Amerikaanse Susan Neiman die nu in Duitsland woont en werkt, specialiseerde zich in de geschiedenis en ideeën van de Verlichting, en het is de kritiek van woke op de Verlichting die haar enkele jaren geleden heeft verrast en waarop ze nu antwoordt. De aantijging vanuit woke dat de Verlichting de — eurocentrische — filosofie van de kolonisering is, gaat voorbij aan het feit dat de geschiedenis van de kolonisering vele eeuwen of millenia ouder is, en vooral dat de ideeën van de Verlichting net een moeizame poging zijn om het eurocentrisme en het machtssysteem te doorbreken: nieuwe ideeën die moeilijk zijn om te denken en onder woorden te brengen, nog moeilijker, want gevaarlijk, om op papier te zetten, en ongemakkelijk om in praktijk te brengen. De kritiek op de Verlichting verwart de ideeën met de tijd waarin ze geboren zijn en waartegen ze zich wilden verzetten. De Verlichting was een eerste poging om de wereld door verschillende, andere ogen te zien, terwijl gedegen kennis over die wereld vaak ontbrak.

“Ze [de Spaanse veroveraars van Mexico] dachten dat deze mensen geen vorm van bestuur hadden omdat het bestuur niet bij één persoon berustte; geen beschaving omdat die anders was dan die in Madrid; niet deugdzaam waren omdat ze niet dezelfde religieuze overtuiging hadden; en geen inzicht hadden omdat ze niet dezelfde meningen deelden.” (Denis Diderot, geciteerd door S.N.)
“Zo kennen we de volkeren van Oost-Indië bijvoorbeeld niet, bij wie uitsluitend Europeanen komen die liever hun zakken vullen dan hun hoofd.” (Jean-Jacques Rousseau, 1754, geciteerd door S.N.) 

De Verlichting weerlegde ook de beschavings- en superioriteitspretenties van de Europese staten.

“Ze [de beschaafde, voornamelijk handeldrijvende staten van ons werelddeel] onderdrukken de inheemse bevolking, lokken (…) overal oorlogen uit, verspreiden hongersnood, oproer, verraad en de hele litanie van kwaden waar de mensheid door wordt geplaagd. China en Japan, die ervaring hebben met dat soort gasten, hebben hun wijselijk de toegang ontzegd.” (Immanuel Kant, geciteerd door S.N.)

En soms waren de vreemde volkeren gewoon fictief, zoals in Lettres Persanes (1721) van Montesquieu, omdat directe kritiek op de Europese samenleving onmogelijk was.

Woke is vergleden van universalisme naar tribalisme en van rechtvaardigheid naar het streven naar macht. Het heeft het geloof in vooruitgang opgegeven. Deze drie waarden — universalisme, rechtvaardigheid, vooruitgang — zijn voor Neiman de essentie van de Verlichting. En ook van Links — dat ze definieert als het nastreven van politieke én sociale rechten, waarbij de tweede nodig zijn om de eerste ten volle te beleven. Geen politieke vrijheid voor wie economisch gekluisterd is.
Identiteitspolitiek reduceert het individu tot etniciteit, gender, sexuele voorkeur…, en ziet individueel denken en handelen als een expressie daarvan. Zoals (Susan Neiman haalt de voorbeelden aan) wanneer The New York Times stelt dat ondanks de verkiezing van de Afro-Indiaas-Amerikaanse Kamela Harris tot vice-presidente een toenadering tot het hindoe-nationalistisch beleid van Modi onwaarschijnlijk blijft, of wanneer Hillary Clinton zich verheugt over de breuk met het verleden die de verkiezing van de extreem-rechtse Giorgia Meloni tot Italiaans premier in haar ogen is. Wokisme zit overal, want Neiman vermeldt zelfs een rist benoemingen, door president Trump, die nog het best door woke-criteria te verklaren zijn: onbekwame mensen die wel in de juiste vakjes passen. Woke essentialiseert mensen tot een beperkt aantal kenmerken, en is daarmee even deterministisch als de ideologieën die het bestrijdt.

Woke begint met de bekommernis om gemarginaliseerde personen en eindigt ermee dat die mensen alleen nog in dat perspectief worden gezien. (Susan Neiman)

In hun strijd tegen het liberalisme, bron van alle kwaad, zoeken woke-aanhangers inspiratie bij Michel Foucault en Carl Schmitt, die om uiteenlopende of zelfs tegengestelde redenen de Verlichting hebben bestreden. Foucault, die onderdrukking waarnam waar anderen die niet zagen, maar blind was voor gradaties, en dus voor vooruitgang, en Schmitt, die als radicaal nationalist voor, tijdens en na de oorlog het nazisme verdedigde. Met zijn kritiek op de liberale democratie, op slavernij en wereldwijde landroof beoogde Schmitt geen rechtvaardigheid maar de verschuiving van macht.
Er is een groot verschil tussen structureel racisme en segregationisme, en tussen segregationisme en slavernij, betoogt Neiman, of tussen sexisme en rechteloosheid. Er is veel vooruitgang gerealiseerd, en er kan en moet nóg komen. Uit zichzelf heeft geschiedenis geen richting, maar ze kan die wel hebben. Mensen kunnen haar die geven. Veel meer dan woke kan de Verlichting de inspiratie zijn.

Links ≠ woke, of Left is Not Woke, is genuanceerder (en uiteraard: geargumenteerder) dan zijn titel, die meer op een slogan lijkt. [En dan deze korte tekst.]
Een titel voor een boek dat misschien Woke, or the Negation of Universalism, Justice and the Enlightenment had kunnen heten. Een titel als een val waar ik ben ingetrapt. En geen spijt om heb.

 

Lees ook: Woke, de verkeerde klassenstrijd, door Ian Buruma in De Standaard, 24 augustus 2023

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑