Jef Van Staeyen

Categorie: Essays (Pagina 12 van 21)

overal foute boeken

Het eerste 2020-nummer van het tijdschrift Ons Erfdeel, dat voortaan de lage landen heet, bevat een bijdrage van adjunct-hoofdredacteur en journalist Tomas Vanheste: Bannen, behouden of bewerken: Wat doen we met foute boeken? Een tekst die enkele weken eerder ook op het webplatform van de lage landen verscheen.

Het oordeel “fout” is hopeloos tijd- en cultuurgebonden, het verleden een ander land. Mogen we om die reden niet aan oude teksten raken? Toch wel. En zeker in het geval van kinderboeken. Want het geschreven woord is een ideaal instrument om verderfelijke ideologieën in prille breinen te planten, zo laat de prikkelende tentoonstelling Foute boeken? in Huis van het Boek (Den Haag) zien.

 

Tomas Vanheste kreeg van mij volgende brief:

Enkele maanden geleden struinde ik door de kinderboeken in de Rijselse oude-boeken-markt, onder de gewelven van het mooie beursgebouw.
Niet veel later zou ik grootvader worden, en dan kijk je wel ‘s vooruit. (…)

 

Hij schreef me terug (uittreksel): Ik geloof niet dat er zoveel licht tussen uw opvattingen en de mijne zit. Ook ik onderschrijf dat we boeken in hun historische context moeten lezen. (…) Net als u vind ik het van het hoogste belang dat we volwassenen en kinderen de vaardigheid bijbrengen om literaire werken in de context van hun tijd te plaatsen. Waar ik minder zeker van ben, is dat deze inzichten tot een absoluut verbod leiden op het herschrijven van teksten. (…) Natuurlijk moet je kinderen leren te contextualiseren, maar feit is ook dat jonge kinderen dat nog maar in beperkte mate kunnen en dat boeken, zoals de tentoonstelling toont, een ideaal instrument kunnen zijn om stereotypen in kinderhoofden te planten. Naar mijn overtuiging is het (…) een complex debat met vele grijstinten waarin absolute stellingnames geen stand houden.

de vergeten voetganger (2) — Indianen in de stad

Wanneer voetpaden niets meer dan verharde bermen van fietspaden zijn.

De Fransen zeggen het mooi: en file indienne. Je ziet het voor je: mensen lopen netjes achter elkaar, als Indianen in een film of stripverhaal, omdat er geen plaats voor ze is is om naast elkaar te lopen. Indianen doen dat allicht om minder sporen achter te laten, en wandelaars in de natuur omdat de bos-, berg- of veldwegels smal en onzeker zijn. Maar ook van stedelingen te voet wordt vaak Indianen-gedrag verwacht. Dat blijkt althans uit de wijze waarop sommige straten zijn of worden ingericht. De Mechelse steenweg in Antwerpen is een droevig voorbeeld, waarover bijna een boek te schrijven valt, maar ook elders wordt in die richting gewerkt. Wie dacht dat stappers zich de luxe kunnen veroorloven een praatje met elkaar te slaan — verkeersleefbaarheid, weet je wel — komt bedrogen uit.
(klik op het plaatje hieronder als je het schermbreed wil zien)

 

Is het zó moeilijk een correct voetpad aan te leggen?
In Berchem, aan het station, wordt de Boomgaardstraat heraangelegd. Dat is geen makkelijke zaak, want iedereen wil naar en langs dat station: auto’s, vrachtwagens (ook als leveranciers), bussen, fietsers, voetgangers — de trams rijden elders —, en om de Uitbreidingstraat onder de spoorweg te voeren werd eertijds het straatniveau  zo’n anderhalve meter verdiept. Het openbaar domein ligt er op twee, zelfs drie niveaus.
De trajecten voor voetgangers waren al niet makkelijk: de Boomgaardstraat oversteken is immers niet voorzien, en gevaarlijk bovendien, en het achtereenvolgens oversteken van de Uitbreidingstraat, de Posthoflei en de Statiestraat (de gele pijlen op het fotootje linksonder) duurt voor wie goed stapt, en de rode lichten respecteert, 2 minuten en 50 seconden. Je kan je dus beter niet laten verrassen, en lang voor je aan het kruispunt komt goed weten waarheen je wil.
Met de heraanleg van de Boomgaardstraat (en verderop de Stanleystraat) wordt het er niet beter op. Plaats voor auto’s (en vrachtwagens), bussen en fietsen is er genoeg. Behalve vier rijstroken (rechtdoor en telkens linksaf voorsorteren) zijn er niet minder dan drie (de facto zelfs vier) parallelle fietspaden in dat stuk Boomgaardstraat: de fietssnelweg boven langs het spoor, een drie meter breed fietspad beneden naast de berm (na samenvoeging met de fietssnelweg wordt dat vier meter in de Stanleystraat), en aan de overkant (de westkant) een voetpadaanliggend fietspad van nog ‘s anderhalve meter. Ook het voetpad op halve hoogte aan de oostkant blijkt vooral op fietsers gericht; de trap erheen werd trouwens afgeschaft. Voor de voetgangers blijven er, behalve het “balcon-voetpad” langs de gevels aan de westkant, dat naar de Statiestraat leidt, en vooral als café-terras en fietsenstalling dient, slechts halve voetpaden over — uitwijkstroken voor fietsers veeleer. Snippers. In een stationsomgeving nochtans, met een postkantoor, winkels, cafés, kantoren en huizen.
Er is bij het ontwerp aan voetgangers niet gedacht, tenzij als obstakels, als bewegende palen, waarvan de hinder voor de andere, snellere straatgebruikers zoveel mogelijk beperkt moet blijven. Het mag dan ook niet verwonderen dat ze met de echte palen (borden, lichten, kasten…) de zeldzame hun toegewezen ruimte moeten delen.

De manier waarop de voetgangers aan de andere kant van het station van Berchem bejegend worden komt een andere keer aan bod. Daar zijn meer foto’s voor nodig. Ook de Mechelsesteenweg wordt niet vergeten.

de vergeten voetganger (1) — bakfiets

bakfiets met stokken als wapen

Sinds enkele maanden reeds voel ik de aandrang om op deze website een reeks “de vergeten voetganger” te starten. Meermaals is het bijna zover gekomen, tot ik telkens denk dat ik het op een meer gestructureerde manier moet doen, minder impulsief, met meer materiaal, en mooi georganiseerd. Wachtend op de lente of de zomer, met voor foto’s beter licht.
Maar wat ik maandag zag, op de Borsbeekse brug, trok me over de streep. Een foto nam ik niet, daarvoor was ik te zeer verrast. Dus heb ik me geamuseerd met een wat moeilijke tekening die, met uitzondering van de fysiek van de jongeman op de fiets, behoorlijk waarheidsgetrouw moet zijn. Twee stevige takken lagen gekruist in zijn bakfiets, en staken als speren aan beide zijden schuin vooruit, op de andere fietsers en, vooral, op de benen van de voetgangers, waaronder ik, gericht.

[Het fietspad op die brug is een conflictrijke zone — wat voor verkeersagressie nog geen reden is. Het ligt er met witte streepjeslijnen op de oude plaveien van het trottoir geschilderd, alhoewel er daarnaast ruimschoots plaats op het wegdek is: vier, soms vijf rij- of parkeerstroken tel ik er, bij wijze van spreken meer dan er auto’s zijn. Bovendien wordt de parkeerstrook rechts gereserveerd voor wachtende, koffiepauze nemende bussen en buschauffeurs van allerhande vervoersbedrijven en van De Lijn (“mijn collega pikt je op”), en voor bussen naar Charleroi-Brussels South Airport. Zodat er op dat trottoir nogal wat wordt in- en uitgestapt, ongeduldig gewacht of met koffers gezeuld.]

Dus komen er op deze website de komende weken of maanden nog talrijke bijdragen over de vergeten voetganger, al kan de vorm daarvan nog evolueren. [Misschien worden ze ooit samengezet.]

Mijn (vast)stelling daarbij is dat de voetganger zijn plaats in de openbare ruimte, die hij de voorbije vijftig jaren beetje bij beetje en strijd na strijd heroverd heeft, van Conscience- tot Operaplein, om het in Antwerpse termen te zeggen, dat hij die plaats in snel tempo weer aan het verliezen is. Door de wijze waarop het openbaar domein heraangelegd en het voetgangersdomein versnipperd wordt, én de wijze waarop dat al dan niet versnipperde voetgangersdomein door al dan niet gemotoriseerde, rijdende, rollende en geparkeerde wielen en wieltjes wordt gevampiriseerd, en zo zijn stap- en verblijffunctie en zijn belevingskwaliteiten verliest.

Het is een probleem dat zich overigens niet tot de stedelijke omgeving beperkt. Ook op bos-, berg- en vooral jaagpaden dreigt het stille gevaar. En — neem me niet kwalijk, hier wordt het bloedig — het verrast me niet echt dat in de Amerikaanse Rotsbergen al menig mountain biker door een beer of bergleeuw aangevallen werd. Ook wilde dieren houden van rust.

Misschien wensen mensen dat ze in de openbare ruimte voor al wat beweegt niet voortdurend op hun hoede moet zijn.

 

P.S.: Ook enkele oudere teksten werden met de tag “de vergeten voetganger” bedacht.

Sinterklaas en de georganiseerde leugen

deze tekst gaat niet over Zwarte Piet
deze tekst gaat niet over het kruis op de mijter van Sinterklaas
deze tekst gaat niet over de commercie die veel van de handelingen van Sinterklaas vergezelt

 

Er is een discussie ontstaan over Sinterklaas, over de georganiseerde leugen waarmee wij, volwassenen en grote kinderen, de kleine kinderen voorliegen dat de Sint bestaat en hen cadeautjes brengt, en over de schade die we hen daarmee zouden berokkenen. Voortrekker van de discussie is de filosoof Maarten Boudry, die naar zijn zeggen zelf lang in de Sint heeft geloofd — en blijkens andere van zijn verklaringen ook nu nog vaak op Hem vertrouwt.

Toch even dit, als bijdrage aan de discussie.

Lees verder

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑