Ik vermoed dat professor Pieter-Paul Verhaeghe en studente Dounia Bourabain, beiden onderzoekers en sociologen, zich vergissen in het centrale deel van hun Vrije Tribune in Knack op 8 september (gepubliceerd onder de titel >’Waarom wordt mijn onderzoek in twijfel getrokken door mijn origine?’).
Ik schrijf “vermoed”, omdat ik me noodgedwongen beperk tot de door de auteurs in hun opiniebijdrage vermelde informatie, en omdat ik de discussie graag open hou. [info — apenstaart — moskenes — punt — be]
Het kader is inmiddels gekend. Dounia Bourbain deed veldonderzoek naar de manier waarop winkeliers van kledingzaken hun klanten bejegenen, in functie van de (zichtbare) migratie-achtergrond van deze laatsten. Aan de hand van 602 praktijktest in Vlaanderen en Brussel stelde ze vast hoe klanten van Maghrebijnse origine zeer vaak (301 op 602 tests) slechter behandeld werden dan klanten van Belgische origine. Daarop volgde een kwalijke reactie van de voorzitter van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ), die “betreurt dat de studie is uitgevoerd door een onderzoekster van vreemde origine. Ze vindt het onderzoek daardoor gekleurd”.