Jef Van Staeyen

Categorie: Essays (Pagina 17 van 21)

Big Sky Country — Montana, en een beetje Idaho ❧

fieldnotes-02-missoula

Karen McAlister Shimoda
Field Notes, Ponderosa Pine (MT), 2016,
Missoula Art Museum, >exhibition, June 3 – October 1,  2016

 

Hier volgen, in een tiental albums, en enkele teksten, mijn reisindrukken en herinneringen aan Montana, en een beetje Idaho, uit de zomer van 2016:
enkele thema’s (kleine stadjes, Great Plains, bergen en musea), een confrontatie met Jared Diamonds “Collapse”, en met de geschiedenis van Montana,
en reizen met boeken, van Robert M. Pirsig, John Steinbeck, Geert Mak, Jon Krakauer, en anderen.

 

montana-great_plains De Great Plains strekken zich uit van Canada tot aan de Mexicaanse grens… [Ik zag er een klein stukje van.]
Een wat zwaarder bestand, ongeveer 30 Mb, met daarin ook verhalen over Chief Joseph en de Nez Percés indianen, de roundups waarmee de cowboys op de open range tweemaal ‘s jaars het vee samendreven, en de Montana-Holland Colonization Company.

montana-harlowton-001 Harlowton is een stadje van net geen duizend inwoners aan de oevers van de Musselshell River, op de hoogplateaus van Montana…

montana-stanford-001 Stanford is een stadje van ongeveer 800 inwoners. Het is de hoofdplaats en zetel van het gerechtshof (County Court House) van het graafschap Judith Basin, dat minder dan 2000 inwoners telt…

little_bighorn-001 Op 25 juni 1876 werd aan de oevers van Little Bighorn kort maar hevig gestreden.

museums-heritage Het verlaten mijnstadje Garnet, het Central Business Historic District van Great Falls, het Museum of the Great Plains in Fort Benton, een oude vakwerkbrug in Big Fork, standbeelden van David Thompson, en Lewis en Clark… Montana is jong, maar het koestert zijn geschiedenis.

going_to_the_sun-001 Glacier National Park is een beschermd natuurgebied van ongeveer 4000 km² in het noorden van de staat Montana…

wallace-franconia_notch-highways  Dit gaat niet over Montana, maar over Idaho — en zelfs over New Hampshire, in het uiterste noordoosten van de States. Zowel het stadje Wallace in Idaho als het natuurgebied Franconia Notch in New Hampshire werd in de jaren 60 en 70 geconfronteerd met een federaal (Interstate) autowegproject, en wist daarop — en daartegen — te reageren.  Niet zonder succes.  Hoe ging dat in zijn werk?

collapse-004 De witheid die Montana in zijn smeltende gletsjers verliest, vindt het in de verzilte en uitgedroogde meren en meertjes… een ecologisch portret, met dank aan Jared Diamond.

montana_tijdlijn  200 jaar geschiedenis van Montana op een rijtje gezet, en wat besluit ik daaruit.

montana-idaho-extras   Wat overbleef, en nergens een plaatsje vond. Met ook enkele kleine anekdotes.

Een beknopte beschrijving van Montana (en Idaho) en enkele wetenswaardigheden.
Plus een kort lexicon.

Dit schreef ik nog voor de reis: reizen zonder Geert.
[met verwijzingen naar Jared Diamond, Geert Mak, Robert M. Pirsig en John Steinbeck]

En dit schreef ik na de reis: reizen zonder Geert, maar met boeken (geplaatst op 6 oktober 2016, licht gewijzigd op 14 oktober).
[met verwijzingen naar Geert Mak, Jon Krakauer, Karl Van den Broeck en… Karl May]

Er is ook deze nog: Montana en Trump — bedenkingen bij een foto.

[Initieel geplaatst op 11 september 2016, en meermaals aangevuld sindsdien.]

 

niet alle huizen staan op de markt

Een groot en ambitieus woononderzoek in Vlaanderen heeft blijkbaar een scheve bril. Wat woonmarkt genoemd wordt, is geen markt. Wat de woonvraag is, wordt over het hoofd gezien. En voor een deel van het aanbod, de private huurmarkt, is men blind.

Een lezersbijdrage aan de redactie van “Ruimte en Maatschappij”, in antwoord op de bespreking, in dat tijdschrift, van het grote woononderzoek, door zijn auteurs.
(De lezersbijdrage van februari 2016 werd in het septembernummer als Blikopener gepubliceerd.)

 

Wie meer wil weten over het tijdschrift “Ruimte en Maatschappij” kan ook hier terecht, bij >een korte tekst die ik in oktober 2009 schreef voor de blog van Ons Erfdeel.

voor niets gewerkt? ❧

160404-schelde-Rapide

Sinds enkele maanden staat er op de franstalige flank van deze website een wat langere, moeilijke tekst over economie, gevoed door de lectuur van bekende en minder bekende boeken van Thomas Piketty (“Le capital au 21ème siècle”) en Philippe Askenazy (“Tous rentiers! Pour une autre répartition des richesses”) — en door enkele krantenartikels, uit De Standaard en La Libre.
Ik keek op tegen het vertalen van de volle 24 pagina’s — al staan er veel illustraties in, wat de taak verlicht — maar dat is, na een moeilijke start, toch makkelijk gebleken. Het herlezen van de Franse tekst heeft ook enkele foutjes aan het licht gebracht — die ik meteen corrigeer —, en me aangezet om het denkspoor verder te volgen. Ik kom daar zeker op terug.

Dit is dus de Nederlandse tekst: “Voor niets gewerkt?”

Piketty schrijft over de groei en concentratie van kapitaal, in handen van een kleine groep, waardoor zowel de inkomens als de talenten van de anderen hun waarde verliezen op de markt — en hun ideeën en verwachtingen hun waarde in het parlement. Een collectief verarmings- en vervreemdingsproces is gestart, al zijn er nog velen die er — voorlopig en schijnbaar — aan ontsnappen.

Wat Askenazy stelt komt in grote lijnen hier op neer: We hebben minder behoefte aan hér-verdeling, dan aan correcte verdelingsmechanismen. Ik treed hem daarin bij.
Geef ieder wat hem toekomt, in functie van zijn arbeid (Askenazy), en als deel van de gezamenlijke erfenis, en van wat de aarde heeft en geeft (mijn tekst van maart vorig jaar over het universeel en onvoorwaardelijk basisinkomen). Snoei in alle mechanismen waarmee private actoren de welvaart voor zich opeisen, ten koste van anderen. Dan is er veel minder hér-verdeling nodig. Een correcte primaire verdeling is sterker en duurzamer dan een secundaire herverdeling. Ze is in zekere zin ook liberaler, tenzij je onder liberaal ook verstaat dat gemeenschappelijke bestedingen, voor onderwijs, gezondheidszorg, cultuur… uit den boze zijn, en enkel leger en politie openbare taken zijn.

1.     Om het met Askenazy te zeggen, de concurrentiekracht van een land, dat zijn de kamermeisjes in de hotels die de lakens verschonen, dat zijn de arbeiders die de bagage in de luchthaven verhandelen, dat zijn de sluiswachters, de loodsen en de luchtverkeersleiders, dat zijn de verpleegsters, de onderwijzers, de stratenmakers, de architecten en de metsers, en ook de bakkers, de winkeliers, de caissières — allemaal m/v —, of de chiroleiders en de trainers van de plaatselijke voetbalclubs, die aan het jonge geweld hun vrije tijd besteden. De concurrentiekracht van een land zit niet in de raad van bestuur, ze staat in de keuken.

2.     Om het met de Franse twaalfde eeuwse filosoof Bernard de Chartres te zeggen, die het belang van de — gezamenlijke — erfenis voor de actuele — individuele — verdienste erkent: Nous sommes comme des nains juchés sur des épaules de géants (les Anciens), de telle sorte que nous puissions voir plus de choses et de plus éloignées que n’en voyaient ces derniers. Et cela, non point parce que notre vue serait puissante ou notre taille avantageuse, mais parce que nous sommes portés et exhaussés par la haute stature des géants.”
Wat geldt voor de wetenschap, geldt nog meer voor de immense geestelijke en materiële erfenis, waarzonder we niets zijn. We zijn als dwergen op de schouders van reuzen. Wien zijn de appels die we plukken?

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑