Jef Van Staeyen

Categorie: Verhalen (Pagina 8 van 12)

van mijn melk

Het >boerenprotest heeft effect. In de supermarkt, hier in de buurt, is de Belgische melk — van Stabilac —  uit de rekken verdwenen. Een muur van Franse melk heeft haar plaats ingenomen.

Wat nu komt, zullen jullie niet geloven. Toch is het waar, en vertel ik het.

Mijn zoon is een grote melkdrinker. Bier heb ik hem nooit zien drinken, wijn of alcohol evenmin. Misschien drinkt hij dat elders, hier niet. Ook ik drink graag melk. In mijn koffie, of puur, een groot glas.  Soms zelfs op café, een terrasje. “Pour le même prix, je peux vous y mettre du sirop”, zegt de baas me dan. Vol onbegrip, en met een wolkje spot.
Tijdens een fietsuitstap in Lucca hebben we elk een vólle liter koele melk gedronken. Verfrissing en energie. De kracht die uit mijn benen was, kwam snel weer terug. Je zal zeggen dat al die melk niet goed voor ons is. Voor de maag of de nieren.

Hectoliters melk heb ik al gekocht, soms cartons met twaalf van die flessen. Voor de koffie, puur, of in sausen. Al is dat nu wat minder, het zijn geen volle dozen meer. Minder zoon en minder sausen, dus minder melk.

Het moet zo’n tien jaar geleden zijn, dat ik in de rekken de flessen van Stabilac zag. Melk uit België, van Campina, in banale literflessen. Plastiek, want in dit land is glas alleen goed voor de wijn. Groot — immens — was mijn verbazing toen ik ze dronk: ik herkende de smaak. Hij wierp me meer dan veertig jaar terug in de tijd, naar de Melkbrigade — al was het toen INZA —, die het kleine en te magere jongetje dat ik was, mee door zijn jeugd geholpen heeft. Sindsdien heeft Franse melk voor mij een metalen smaak. Reis ik straks voor melk naar België ?

P.S.: De flessen van Stabilac dragen het nummer BE M 322 B EG. Voor zover ik weet komt die uit Aalter. (Het nummer van Schoten is BE M 048 EG.) De Franse melk komt van veel verder.

KoR Van der Goten — de blonde maagd en de oude pee

Antwerpen, stad van musea,
waar geen sterveling een voet binnenzet.
Aapjes, nijlpaard en zebra,
zorgen voor de toeristisch pret.
Op de wandelterrassen riekt men het zout uit de zee.
Op een bank aan de Schelde zit er een ouwe pee.
Meeuwen omzweven de Gotische toren,
Lievrouwetoren van m’n hart.
Driehonderd dagen per jaar gutst de regen
op Brabo zijn Grote Markt.

Antwerpen, stad van de haven.
Rotterdam dat speelt kat met die muis.
Dokwerkers torsen de lasten
op hun schouders en soms mee naar huis.
Op de wandelterrassen riekt men het zout uit de zee.
Uit exotische landen: koffie, bananen en thee.
Meeuwen omzweven de Gotische toren,
Lievrouwetoren van m’n hart.
Vierhonderd dagen per jaar gutst de regen
op Brabo zijn Grote Markt.

Antwerpen had Congoboten,
maar nog steeds geen universiteit.
Stad ook van KoR Van der Goten,
die er ′s avonds een aardig stukje vrijt.
Op de wandelterrassen zat eens een blonde maagd,
en ik wou met haar vrijen,
en ik heb haar zo zoet gevraagd:
Kindje, jij bent het verrukkelijkste wezen,
reik mij jouw rode mond.
‘k Zou dat maar laten, zei het kind mijner dromen,
‘k Hou maar alleen van blond.

Lees verder

Vincent en de Veluwe — hoe een legende ontstaat

070430-jvs-Veluwe.001

Op de Antwerpse Academie (de architectuurschool, het NHIBS) was Kröller-Müller — op de Veluwe — een naam als een klok. Berlage, Van de Velde, Van Gogh. Een verre plek, waar je nooit komt, maar waar je ooit komen moét. De Weissenhofsiedlung, Notre-Dame de Ronchamp, Arc-et-Senans, de familistère van Godin in Guise, Iron Bridge, dat soort dingen. Toen we met de klas op architectuurreis gingen naar Nederland, zijn we er zelfs náást gebleven. Apeldoorn, met Centraal Beheer van Herman Hertzberger (hét idool van de vroege jaren zeventig), dat wel, maar geen Sonsbeek of Kröller-Müller, toch op een boogscheut daarvandaan.

Kröller-Müller ben ik nadien wat vergeten (Weissenhof, Ronchamp…, die niet).  Tot mijn collega Jean-Luc Cornet, projectleider bij de Communauté urbaine voor de uitbreiding van het Musée d’Art Moderne in Villeneuve d’Ascq, in de lente van 1999 het plan opzette om met een kleine delegatie naar de Veluwe te reizen. Kwestie van de kwaliteitslat hoog te leggen, en te zien hoe je met een recent en volmaakt monument omgaat als het te klein geworden is.  Wim Quist heeft dat met Van de Veldes museum perfect gedaan, Manuelle Gautrand met Simounets gebouw enkele jaren later zo mogelijk nog beter. Met dank aan Jean-Luc.

Jef, jij spreekt Nederlands, en bent ook architect. Kröller-Müller. Er is nog één plaats in het busje. Ga je mee? Die Nederlanders hebben ons perfect ontvangen, alles uitgelegd, de vragen beantwoord, maar het is bij het rijden door het immense park dat mijn ogen uit hun kassen gevallen zijn.  Daarna heeft het niet lang geduurd of ik stond opnieuw op de Veluwe, 310 km van Rijsel, om alle hoeken van het prachtige park (5400 ha natuur en landschap) per fiets te verkennen. Ik ben er vaak teruggekeerd, vooral met de kinderen, in een hotelletje, in een charmante chalet van puur Hollands ontwerp (en met eekhoorntjes op het dak), van een Rotterdamse vioolbouwer gehuurd, bij boeren op kamers, of op het rustige kampeerterrein in een hoek van het park.
In dat park zijn er gratis witte fietsen (“gratis” — je betaalt ze met je inkomgeld). Je kan ook fietsen huren in of naast het park (sommige zaken zijn op zondag gesloten! de dag van God), of gewoon je eigen fietsen meebrengen, want behalve de tientallen kilometers fietspaden in het park, is er nog een veelvoud in de omgeving, zoals in het aangrenzende, en even indrukwekkende Veluwezoom.

Na jaren afwezigheid (2007), ben ik in deze beginnende, aarzelende zomer 2015 weer naar de Veluwe getrokken.  Met de tent en de fiets — en de auto. De natuur is er nog steeds even mooi, het landschap even indrukwekkend.  [En de grote brand van Pasen vorig jaar is weer dichtgegroeid.] Je hebt geen bergen nodig, meren of fjorden, om de mooiste landschappen te zien. En — al wist je dat niet — Van Gogh reist ook met je mee: Waarin Vincent een pizza eet, en Jef zich afvraagt of fietsers door herten overreden worden.

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑