Jef Van Staeyen

Tag: kunst (Pagina 1 van 10)

tweemaal naar hetzelfde museum?

Gaat u tweemaal naar het Louvre wanneer u Parijs bezoekt? (…) Ik ook niet. [Het is zelfs even geleden dat ik er nog was.] Als u van het museumbezoekende type bent — zoals ik — gaat u die andere dag naar het Jeu de Paume, het Orsay, Rodin, Picasso of de Plantentuin. Een andere sfeer, een andere plek.

Tijdens mijn juni-reis met de trein was ik in Mâcon. Ze hebben daar een mooi Musée des Ursulines. Het Musée Lamartine, dat tot 2016 in de Académie van Mâcon gevestigd was, in het Hôtel Senecé, zit daar mee in. [Alphonse de Lamartine (1790-1869) is dé man van Mâcon. Dichter, historicus en staatsman. Zowat een Goethe in het Frans.] Er valt heel veel te zien in het Musée des Ursulines, en Lamartine heb ik gelaten voor wie hij was. ‘s Anderendaags ben ik niet naar Les Ursulines teruggekeerd, om Lamartine te zien, wat ik in een afzonderlijk Lamartine-museum wel zou hebben gedaan. Ik heb meer, en veel tijd genomen voor de Cité des Vins et Climats de Bourgogne aan de andere kant van de stad, waar ik ook veel heb geleerd. Zoals het feit dat wijnranken voortdurend en in elk seizoen moeten worden gesnoeid. En dat “aligoté” geen behandeling maar een druivensoort is. Het grootste deel van de tijd was ik overigens alleen in de grote zaal van de Cité — net als de dag voordien bij Les Ursulines — en na een tweetal uren, nadat ik alle filmpjes gezien, alle teksten gelezen en alle parfums gesnoven had, kwam iemand kijken of ik er nog was. [Er zijn geen zaalwachters.] Liever twee musea dan tweemaal hetzelfde, al is het om er andere zalen met andere collecties te zien.

De dag nadien was ik in Bourg-en-Bresse. En bezocht ik, even buiten de stad, het befaamde Monastère royal de Brou. Margaretha van Oostenrijk, hertogin van Savoie en landvoogdes der Nederlanden heeft het in het begin van de zestiende eeuw door de Brusselse architect Lodewijk van Bodegem laten bouwen. Het klooster telt drie kloostergangen — versta: drie binnentuinen met half-open gangen en diverse lokalen errond. [Le monastère compte trois cloîtres.] Een van die kloosters herbergt sinds meer dan een eeuw het stedelijk museum van Bourg-en-Bresse, waarvan de rijke collectie vooral uit Vlaamse, Hollandse, Italiaanse en Franse kunst bestaat. Het bezoek aan de kerk in late Brabants-gothische stijl en aan de merkwaardige grafmonumenten is een intense esthetische ervaring, en het bezoek aan het museum is dat ook. Het wordt snel teveel. Ik heb veel aan me voorbij laten gaan. Toch ben ik de dag daarop niet teruggekomen, om de collectie van het museum met hernieuwde energie te zien. Op twee dagen tweemaal naar dezelfde plek, dat doe ik niet.

Jan Jambon, de aftredende minister-president van Vlaanderen, eveneens minister van cultuur, droomt/droomde ervan het KMSKA en het MuHKA (en ook het Mu.ZEE) in één museum samen te brengen, om ze “naar een hoger niveau te tillen”. Voor een betere plaats op de internationale ranking van musea? Ik hoop alvast dat de afzonderlijke plekken (niet alleen tussen Oostende en Antwerpen, maar ook binnen Antwerpen) en de afzonderlijke sferen blijven bestaan. Liever twee dan één.

 

Into the Forest — Jean Hegland ❧

Nee.
Nooit of te nimmer zou ik Jean Heglands “Into the Forest” hebben gelezen, als ik enkel de Nederlandse vertaling in handen had gehad. “Het woud der belofte” heet ze, en de afbeelding op de kaft is navenant. [Jean Hegland is een schrijfster. Jean is een vrouwennaam, spreek uit als in jeans, of denk aan Jean Seberg, de actrice.]
Waarom een belofte? Welke belofte? En de blurb achteraan slaat de bal ook flink mis: “Het woud der belofte” is een aanwinst voor het genre waarvan de norm bepaald wordt door de klassieker van George Orwell, 1984. — Publishers Weekly”

Gelukkig kreeg ik de Franse vertaling in handen: “Dans la Forêt”. Wat ik las, lees je hier, in het Frans: “Dans la forêt” de Jean Hegland n’est pas un roman d’anticipation. Het is een prachtig boek.
[En misschien is de Nederlandse vertaling, ondanks de titel, de kaft en de blurb, wel goed.]

Eggum ❧

texte en français: 🇫🇷

 

(aangepast op 4 februari 2024)

Met deze foto’s neem ik je mee naar Eggum, op het eiland Vestvågøy in Noorwegen. Naar de Lofoten. 68,2982° noorderbreedte en 13,6289° oosterlengte. Daar staat sinds 1992 het beeld Hode (hoofd) van de Zwitserse kunstenaar Markus Raetz (1941-2020).

In 1989 nam de provincie Nordland, waartoe de Lofoten behoren, het initiatief in elk van haar 44 gemeenten een sculptuur te plaatsen: het Skulpturlandskap Nordland. In 1999 stonden er zo 33 sculpturen van heel diverse aard, en van kunstenaars uit heel diverse landen. Tussen 2009 en 2015 werden 3 bijkomende werken geplaatst.

Hode is, met inbegrip van de granieten sokkel, 178 cm hoog. Het hoofd is in ijzer. Je moet het van nabij bekijken, er rond gaan, om te begrijpen wat gebeurt. Markus Raetz toont hoe een object, hoe de wereld er anders kan uitzien naargelang de hoek waaronder je kijkt. Maar wat vooral magisch is, is de plek. Het kleine beeld — het hoofd is met de hals een dertigtal centimeters hoog — gaat in confrontatie met de weidse omgeving. Die bestaat uit de Noorse Zee, Norske havet, die meer dan duizend kilometer verder tot in Groenland reikt, waar ze Grønlandshavet heet, en de bergen van de Lofoten. Die zijn niet hoog, maar wel indrukwekkend. Tussen die bergen tekent zich een kom, die zowat één kilometer breed en twee kilometer lang is. Daarin ligt een meer, het Nedre Heimredalsvatnet. De waarneembare ruimte rond het beeld is dus duizenden, nee miljoenen keren groter, maar toch is het dat kleine beeld dat die immense ruimte domineert. Het beeld — of juister: de kunstenaar — toont hoe kleine dingen groots kunnen zijn en hun wereld — de wereld van de observator — ingrijpend veranderen. En het toont ook hoe een landschap uiteindelijk in de hoofden van de mensen — de al dan niet bewuste waarnemers — ontstaat. Een landschap bestaat niet an sich. Het bestaat omdat je ernaar kijkt, vanuit menselijk perspectief, omdat je het waarneemt, en er dankzij de opgedane kennis van andere landschappen, betekenis aan geeft en emoties aan bindt. Bij Hode is heel veel te zien.

Hode was, samen met ander werk van Markus Raetz, van 1994 tot onlangs ook te zien in het MUba (Musée des Beaux-Arts) in Tourcoing. Daar zag ik het jaren geleden in een kleine zaal, zowat een slaapkamer groot. In 2012 was er ook een tentoonstelling — en een catalogus — aan hem gewijd.

Ik vraag me af of Raetz Hode speciaal voor Eggum ontworpen heeft. Ik denk — en hoop — van wel. Net als alle andere kunstenaars van het Skulpturlandskap Nordland heeft hij in alle geval de plek gekozen waar het staat.

Meer over de Lofoten en over gelijkaardige artistieke interventies lees je hier: van Moskenes tot Senja, juni 2023. Je vindt er ook enkele voorbeelden van de artistieke en architecturale projecten die het Noorse Statens Vegvesen (de nationale wegbeheerder) van zijn kant heeft uitgevoerd.

 

En: nu vergat ik bijna jullie allemaal een mooi en gelukkig nieuw jaar te wensen.

« Oudere berichten

© 2024 moskenes.be

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑